‘Elke maand gaan vrijwilligers het veld in om de meetbuisjes op te halen’

Vijf meetpartijen onderzoeken de bronnen en bestemming van stikstof in en rond het Liefstinghsbroek. Eén van die meetpartijen is het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Onderzoeker Albert Bleeker legt uit hoe de meetbuisjes helpen de hoeveelheid stikstof te meten die in het gebied in de lucht zit.

Hoe onderzoekt het RIVM de stikstof in het gebied?  

Het RIVM test de stikstof in het Liefstinghsbroek door middel van meetbuisjes. “Je hebt ammoniak en je hebt stikstofdioxide. Samen wordt dat stikstof genoemd. Dat is feitelijk niet helemaal correct, maar in de volksmond noemen we het stikstof”, legt Albert uit. “Zowel de ammoniak als de stikstofdioxideconcentratie in de lucht meten we met de meetbuisjes.”   

Hoe ziet de meettechniek eruit?  

“De buisjes zien er vrij simpel uit.” Dat komt vooral omdat het geen technisch apparaat is. Het wordt alleen gebruikt om de ammoniak of stikstofdioxide uit de lucht op te vangen. “De buisjes zijn niet zo groot en van plastic. In het buisje zit een zure of basische oplossing. Via de opening aan de bovenkant kun je de ammoniak of stikstofdioxide in de lucht vangen.” legt Albert verder uit. “De kosten voor de meetbuisjes zijn een fractie van wat andere meetapparaten, zoals sensoren, kosten. Daarom kun je ze dus ook veel breder inzetten.”   

Meetbuisje in het Liefstinghsbroek Meetbuisje in het Liefstinghsbroek

Hoe werkt de meettechniek?   

“Het is een systeem waarbij je ammoniak invangt in een zure oplossing. De ammoniak die in de lucht zit vang je dus in het buisje met daarin het zuur”, vertelt Albert. “Het zuur zet de ammoniak om in ammonium en dat kun je later analyseren in het lab.” Voor stikstofdioxide werkt het hetzelfde, maar dan gebruik je een basische stof om de stikstofdioxide te ‘vangen’. De meetbuisjes zijn wel minder nauwkeurig dan bijvoorbeeld sensoren. “We hangen ze natuurlijk gewoon in het veld. Maar we ijken ze ook. Dat wil zeggen dat ze ook op meetpunten hangen waar intensievere metingen worden gedaan. Zo kunnen we de buisjes ijken op basis van die intensieve metingen.”     

Waar hangen de buisjes in het gebied?   

“De meetbuisjes zijn verdeeld in het gebied.” Hoewel ze op verschillende plekken hangen vind je ze niet zo makkelijk. “We hebben ze wel een beetje verdekt opgesteld. Je loopt er dus niet zomaar tegenaan”, vertelt Albert. Dat is een bewuste keuze geweest. “Er is weleens sprake geweest van wat vandalisme. Bijvoorbeeld dat ze opeens op hun kop hangen. Maar het valt wel mee hoor.” 

Hoe kom je tot de resultaten?   

Na een maand worden de buisjes door vrijwilligers verzameld. “Doordat de buisjes de concentratie stikstof in de lucht opvangen, kunnen we op deze manier de grote lijnen inzichtelijk maken”, zegt Albert. “We halen alle buisjes in één keer op en sturen ze door voor verdere verwerking. In een speciaal laboratorium in Engeland worden ze geanalyseerd en dan krijgen wij vervolgens de resultaten terug.”   

Meetbuisje in het Liefstinghsbroek

Hoe verwerk je de resultaten naar het resultatenrapport?  

“We hebben nu de eerste versie van het datarapport. Dit is het gezamenlijke rapport van de meetpartners. Daarin staan de resultaten van het afgelopen half jaar met de metingen”, vertelt Albert. Op deze manier kijken de verschillende meetpartners naar wat er in het gebied speelt.    

Hoe kunnen deze metingen helpen om de mensen in het gebied inzicht te geven?   

“Met alleen de metingen van de meetbuisjes kan je nog niet veel over de emissies in het gebied zeggen. Weersomstandigheden zijn erg van invloed op de meetresultaten. En het weer is niet elke maand of elk jaar hetzelfde”, legt Albert uit. Pas over een tijdje kunnen de resultaten van de meetbuisjes, samen met de andere metingen, iets zeggen over emissies in het gebied. 

Meer weten over de meetpilot? Bekijk de pagina ‘Maatwerk met Meetwerk’ op de website.