Adviescommissie Liefstinghsbroek adviseert ‘Maatwerk met Meetwerk’

In en om het Liefstinghsbroek werkt de Adviescommissie Liefstinghsbroek aan een gezamenlijke gebiedsaanpak voor de realisatie van de natuuropgave én tegelijkertijd een duurzaam toekomstperspectief voor de landbouw. Hiervoor gebruikt zij de aanpak Maatwerk met Meetwerk: door meten en de inzet van lokale kennis krijgen we inzicht in de best passende maatregelen voor het gebied.

Toekomstbestendige Natuur en landbouw

De Raad van State heeft in 2019 een streep gezet door de landelijke programmatische aanpak van stikstof (PAS). Sindsdien wordt (op landelijk niveau) gewerkt aan een stikstofaanpak die bijdraagt aan het herstel en versterking van de natuur. Naast een uitdaging voor natuur ligt er ook een uitdaging voor de landbouw. Veel bedrijven, met name de PAS-melders en zogenoemde ‘interimmers’, zitten sinds de uitspraak van de Raad van State in grote onzekerheid over hun toekomst. De provincie Groningen heeft de Adviescommissie Liefstinghsbroek de opdracht gegeven om te kijken welke oplossingsrichtingen er mogelijk zijn om de natuur in het Liefstinghsbroek te verbeteren én tegelijkertijd een toekomstbestendige positie voor de landbouw te realiseren. Het tussentijds advies van de commissie is vandaag aangeboden aan het college van Gedeputeerde Staten van Groningen.

Advies ‘Maatwerk met Meetwerk’

In het afgelopen jaar heeft de commissie een gedeelde visie ontwikkeld voor een Maatwerk met Meetwerk-aanpak. Dit houdt in dat met meten en lokale gebiedskennis de best passende maatregelen worden gevonden. Daarvoor is een pilot opgezet met een uniek consortium van meetpartijen die in samenhang metingen uitvoeren van de stikstofroute van bron tot effect in de natuur. Met de inzichten die uit deze metingen voortkomen, zal de adviescommissie met betrokken stakeholders concrete voorstellen doen voor locatie-specifieke maatregelen. Als er op de korte termijn kansen voordoen om de stikstof te reduceren wordt dit ook met beide handen aangepakt.

De commissie adviseert om op korte termijn een pakket van hydrologische maatregelen uit te werken. Modelonderzoek aangevuld met metingen laat zien dat de toestroom van gebufferd grondwater (kwelwater) verbeterd kan worden. Dit levert een belangrijke bijdrage aan het herstel van natuur. De uitwerking van de maatregelen gebeurt in nauw overleg met de omgeving.

Daarnaast geeft de commissie in haar advies voorstellen die bij kunnen dragen aan oplossingsrichtingen voor de landbouw. De commissie vindt dat ze pas gericht advies kan geven als duidelijk is wat de maatregelen van het Rijk en de provincie zijn. De adviescommissie maakt zich zorgen over de voortgang en snelheid van het gebiedsproces doordat op landelijk en provinciaal niveau nog veel onduidelijkheid is. Voor een gesprek met de landbouw, de individuele agrariërs, is het van belang duidelijkheid te hebben over kaders en beschikbare instrumenten. Deze duidelijkheid ontbreekt nu, vindt de commissie.

Over het Liefstinghsbroek

Het Liefstinghsbroek is het oudste bos van Groningen en is aangewezen als Nationaal bosreservaat. In het gebied bevindt zich natuur die beschermd wordt door de Natura2000 status: bijzondere bossen en blauwgrasland. Deze natuur is gevoelig voor te veel stikstof en een ongunstig watersysteem. De natuurkwaliteit gaat momenteel achteruit. Dit kan gestopt worden door herstel van de kwelstromen en het verminderen van stikstof die neerdaalt in het natuurgebied.

Wie zitten er in de Adviescommissie Liefstinghsbroek?

De commissie staat onder leiding van onafhankelijk voorzitter (en oud-burgemeester) Rika Pot, en bestaat uit vertegenwoordigers van LTO-Noord, gemeente Westerwolde, gemeente Stadskanaal, Waterschap Hunze en Aa’s, Trekkerclub Westerwolde, Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten. Zij worden ondersteund door wetenschappelijk adviseur Martin Scholten. De adviescommissie komt voor een groot deel voort uit de deelgebiedscommissie Westerwolde, die al 25 jaar constructief samenwerkt aan natuur, recreatie en landbouw in het gebied. De mooie resultaten die behaald zijn, komen mede voort uit een samenwerking op basis van vertrouwen en een gedeelde visie.