Verslag informatieavond Liefstinghsbroek 24 oktober 2022

De informatieavond bestond uit een presentatie en een gedeelte waarin aanwezigen vragen konden stellen en we het gesprek met elkaar aan konden gaan. Dit nieuwsbericht leest een u een verslag van de gestelde vragen en opmerkingen.

Vragen en opmerkingen

Worden de korte-termijnmaatregelen op het gebied van hydrologie binnen of buiten het Liefstinghsbroek uitgevoerd?

Primair in dit gebied en eventueel in het gebied daar direct omheen.

Is de afname van het blauwgrasland gemeten voor of na de verschraling/het afgraven van de bovengrond in het Liefstingsbroek? 

In het Liefstinghsbroek is inderdaad een perceel verschraald, maar dit betreft niet het blauwgrasland.

Hoeveel tijd is er uitgetrokken voor het meten?

De meetpilot duurt 2 jaar.

U geeft aan dat u lokale kennis en gebiedskennis wilt benutten. Grootschalige bekalking maakt veel stikstof vrij, maar bekalken op kleine schaal is een oplossing voor verzuren. Dit is tijdens vorige bijeenkomsten ook al aangegeven. Waarom wordt daar niets mee gedaan? Het kost niets?

In het verleden werd dit meer gedaan. Het is een tijdelijke oplossing die de bron niet aanpakt. Hydrologisch herstel heeft een groter effect en leidt tot een structurele oplossing.

Opmerking van de vraagsteller: Je kunt ervoor kiezen om het probleem in één keer aanpakken, maar je moet de hydrologie op lange termijn aanpakken. Maar op korte termijn kun je vast beginnen om jaarlijks langzaam werkende kalk te strooien. Dan maak je op korte termijn toch grote sprongen.

De weg naar Sellingen komt vrij kort langs het gebied waar we over praten. Is dat meegenomen in de huidige berekeningen?

Wij onderzoeken waar de stikstof in een straal van 10 km vandaan komt. We meten de concentratie in de lucht en hoe dit wijzigt. De opstelling van de meetstations is zo opgesteld dat je kunt zien vanuit welke richting de stikstof aanwaait. Een piek in de uitstoot door auto’s zullen we dus terugzien. Als de weg/het wegverkeer een belangrijke factor blijkt dan vullen we het standaard meetnet aan met mobiele sensoren die daarop focusen. Zo passen we de standaard metingen aan als daar aanleiding toe is.

Twee figuren laten de achteruitgang zien in de natuur tot 2022. Hoe snel gaat die achteruitgang? Is 2 jaar voldoende om herstel aan te tonen?

In zijn algemeenheid kun je zeggen dat de buffer die de ecologische hoofdstructuur rondom het Liefstinghsbroek vormt al een belangrijke bijdrage levert aan de robuustheid van de natuur aldaar. We zien dan ook in gebieden rondom het Liefstinghsbroek dat het goed gaat met de natuur. We zien dat habitattypen zich ontwikkelen. En dat is bemoedigend. Echter hebben we te maken met een Natura2000 gebied en de daaraan gekoppelde vereisten voor instandhouding en verbetering.

Het is nooit te laat. We moeten niet wachten tot er onomkeerbare schade is aan de natuurgebieden. We moeten kijken waar de eerste kansen liggen. Ga meten. Maar ga ook aan de slag!

Is dit advies concreet genoeg? Maakt de gedeputeerde mensen hier blij mee?

We hebben nu verteld waar we nu staan en hoe we willen werken. Hier komen we na de pauze op terug.

PAUZE

We hebben te maken met veel wisselend landelijk beleid.

Wil je regie houden over de eigen lokale situatie, dan is het belangrijk om een advies te ontwikkelen op basis van wat we nu weten over het gebied; lokale kennis. Dit is een advies. We blijven meten. En komen met een aangescherpt advies op basis van nieuwe inzichten.

Wat is er sinds 2018 al gedaan?

Dit is een vraag die wij in het advies ook aan de provincie stellen.

Hoe gingen de keukentafelgesprekken.

Het is waardevol om met diegenen die concrete ideeën hebben vervolggesprekken te voeren en opkorte termijn stappen en maatregelen te nemen.

Hoe concreet is het advies?

We hebben het veel over meten. Maar op korte termijn worden al ecohydrologische maatregelen genomen. Voordat we daar iets over zeggen willen we eerst met de mensen die dit raakt om tafel.

Er wordt vanuit Den Haag meer haast gemaakt. Lopen we niet het risico dat we door de tijd worden ingehaald?

Remkes werkt naar 2030 toe. Op basis van de actuele natuurkwaliteit, verbeterde inzichten en gebiedsprocessen bepalen we tussentijds of we op koers zitten en of we verbetering zien. Met het rapport van Remkes is meer ruimte gekomen. We gaan voortvarend aan de slag, maar ook niet kortzichtig. Hiermee zullen de plannen van de provincie anders beoordeeld worden. Provincies sturen meer aan op het aanjagen en starten van gebiedsprocessen. De druk vanuit Den Haag is niet groter, maar realistischer geworden. We leren maandelijks uit de meningen, niet pas na die 2 jaar. En over 2 jaar zijn we nog niet uitgeleerd. We willen zorgvuldig meten en op basis daarvan keuzes maken. Maar niets is zo onvoorstelbaar dan de politiek.

Ik ben niet gerust op het tijdspad. Worden we niet ingehaald door Den Haag? Dit is een voorlopersaanpak. We moeten het met elkaar doen. Het zou toch zonde zijn als Den Haag hier doorheen gaat. Is het niet mogelijk om dit project af te kaderen dat wat er in Den Haag ook gebeurt dat dit project doorgaat zoals we het nu afspreken. Het is een pilot die belangrijke informatie oplevert. Het is een pilot. En die gaan we uitvoeren.

Uitstekende suggestie. Feitelijk is er al in een tweetal kamermoties onze pilot erkend als een voorloper voorbeeldproject in Nederland. Dit is door het kabinet overgenomen. Het kan geen kwaad om de provincie te adviseren om dit over te nemen. En ons netwerk in Den Haag te benutten om de randvoorwaarden zeker te stellen. In op andere plekken in het land is het meten overgenomen.

Het klinkt leuk. Die meetpilot. Maar ik heb 2 keer gehoord dat de Adviescommissie niet unaniem is het rapport. Als de gebiedscommissie al niet unaniem is, wat wordt er dan als advies gestuurd aan de provincie?

Er zijn binnen de commissie vragen over de gebiedsanalyse. Waar komt de stikstof vandaan? Hoe zit het met de kwaliteit van de natuur? We zijn het in de commissie wel eens over concrete maatregelen voor de ecohydrologie op korte termijn. We zijn het ook eens dat we tot een gezamenlijk inzicht kunnen komen door te meten.

Aanvullende opmerking van dhr. Wortelboer (commissielid): wij willen duidelijkheid. Goede data van het gebied over de habitattypen. Die krijgen we nu, maar dat heeft veel voeten in de aarde gehad. We willen de schade aan de natuur goed onderbouwd zien. Welke planten en dieren waren aanwezig? Wanneer zijn ze verdwenen? Zijn er soorten bijgekomen? Zeker omdat we het in het vorige rapport best goed deden. We willen zien hoe het zit. We zijn het niet oneens. Maar we willen duidelijkheid. Zolang er geen duidelijkheid is wil ik niet meedoen.

De landbouw wil meewerken aan reduceren. Maar en zou eerst gewerkt worden aan legaliseren. Dan zouden we meedenken en meewerken.

PASmelders en interimmers staan bovenaan in ons advies. Dit is een voorwaarde. En dat zullen we ook in het advies terughalen. We zijn het hierover eens.

Hoe verhoudt zich het rapport van Erisman, Lammers en Strootman (20220, ’Naar een ontspannen Groningen’ tot het advies van de commissie

Dit rapport is in opdracht van de provincie opgesteld en heeft geen relatie met ons advies. Wij hebben het rapport van Strootman dan ook niet gebruikt; we werken aan het Liefstinghsbroek en geven ons advies aan de provincie.

Hoe breng je dit abstracte advies naar concrete maatregelen? Wat kan Johan Hamster hiermee? Hoeveel ruimte geeft dit nog? En hoe ga je dit als commissie aansturen en blijf je in regie? Zitten er voldoende aanknopingspunten in het advies?

In het advies doen we ook een voorstel voor de verhouding tussen de adviescommissie en het gebied. En formuleren voorwaarden voor het vervolg met eigen inzet en de beoogde resultaten.

Er zijn nog open punten die verder uitgewerkt moeten worden. Welke tijdslijn zit daaraan gekoppeld?

Het meten is een traject van 2 jaar.Op korte termijn gaan we in gesprek met mensen uit de omgeving over de ecohydrologische maatregelen. Daar kunnen we snel mee starten. En concrete resultaten halen in 2 jaar.

De komende 2 jaar willen we samen leren van gebiedskennis en aanvullende metingen. Je moet dit opvatten als een tussenadvies. De Adviescommisise moet van de provincie nog opdracht krijgen om het traject in te zetten. 2024 zijn de verkiezingen. In 2025 zal Johan Hamster of opvolger moeten aangeven welke resultaten geboekt zijn.  Wij hebben de tijd nodig om de samen aan de slag te gaan. Dat past binnen de huidige politieke plannen.

Maakt de beheerder van het Liefstinghsbroek ook gebruik van lokale kennis?

Natuurmonumenten doet het niet alleen. Onze rapportages maken we bijvoorbeeld samen met de provincie. Datzelfde geldt voor monitoring. We hebben zelf ecologen in dienst. Maar die huren we ook in.

Maar maak je ook gebruik van lokale kennis?

Wij hebben handen en voeten in de omgeving. En hebben mensen in het gebied werken. Ik denk dat daar veel gebruik van gemaakt wordt.

Er is veel gepraat over meten is weten. Uiteindelijk wordt er deze avond om de hete brei heen gedraaid. Wij willen niet dat er bedrijven stoppen. Wij willen geen coaches. Er is maar een oplossing mogelijk en dat is technische maatregelen. Dit moet opgenomen worden in het advies van de commissie.

Dit zou een geweldige sprong voorwaarts zijn als ondernemers hiermee aan de slag gaan. Het treffen van technische maatregelen en het leren, experimenteren en innoveren zijn belangrijk voor de gebiedsgerichte aanpak. Zo kan men op korte termijn al denken aan het verminderen van sojavoer en het bevorderen van de weidegang als stikstof reducerende maatregelen.

Het lokale proces is belangrijk; we moeten zelf de regie houden en voorkomen dat Den Haag aan het stuur gaat zitten.

De commissie benadrukt in haar advies dat de regionale aanpak belangrijk is en zal daarvoor aan de provincie ook randvoorwaarden aanreiken.

Het advies is ‘hoog over’; hoe wordt dit straks vertaald naar concrete adviezen? En houdt de commissie hierin zelf de regie of neemt de provincie dit verder tot zich?

De commissie zorgt voor een heldere formulering van de adviezen richting de provincie en benoemt daarin ook haar rol.