Maatwerk met Meetwerk

De pilot Maatwerk met Meetwerk is een onderzoek waarin onderzoekers meten hoeveel stikstof in de lucht is rond het Liefstinghsbroek, waar die stikstof vandaan komt en waar het neerkomt. Met de resultaten kunnen we ontdekken wat de meest effectieve maatregelen zijn om de situatie in het Liefstinghsbroek te verbeteren.

Waarom een meetpilot?

De adviescommissie werkt aan een gebiedsgerichte aanpak om de invloed van stikstof op het Liefstinghsbroek te verminderen. Tot op een zeker niveau is er al veel over stikstof bekend. Tegelijk weten we dat de omstandigheden in en rond ieder Natura2000 gebied in Nederland anders zijn. De meetgegevens rondom het Liefstinghsbroek leveren nieuwe inzichten op en zorgen voor bewuste adviezen.

Wat meten we?

Een groot deel van onze lucht bestaat uit stikstof. Dit is niet schadelijk. Maar er zijn chemische verbindingen van stikstof in de lucht die in grote hoeveelheden wél schadelijk zijn voor mens en milieu. Waaronder de 2 stikstofverbindingen die we meten in deze pilot: stikstofdioxide (NO2) en ammoniak (NH3). Stikstofdioxiden komen in de lucht door uitlaatgassen van verkeer en uitstoot van industrie. Mensen met astma en longklachten krijgen last van te veel stikstofdioxide in de lucht.

Ammoniak komt voornamelijk vrij uit mest. Door ammoniak krijgt de bodem meer voedingsstoffen. Voor natuurgebieden is dit een probleem, omdat zeldzame planten die groeien op voedselarme grond hierdoor verdwijnen. Net als de dieren die leven van deze zeldzame planten. De biodiversiteit, het aantal verschillende soorten planten en dieren, neemt dan af.

We meten in deze pilot 3 verschillende zaken:

  • De emissie: de uitstoot van stikstof in het gebied;
  • De concentratie: hoeveel stikstof er in de lucht aanwezig is;
  • De depositie: hoeveel stikstof er neerkomt in het gebied.


Bron: RIVM

Verschillende meetmethodes

Om de emissie, concentratie en depositie te kunnen meten, maken we gebruik van verschillende meetmethodes, namelijk: sensoren, palmes-meetbuisjes, bulkmetingen, stalmetingen en bio-indicatoren. Maar wat houdt dat in? In deze animatie leggen we uit hoe deze meetmethodes werken. 

In het project worden meetmethodes gebruikt die bewezen effectief zijn (meetbuisjes, bulkmetingen, stalmetingen). Maar daarnaast worden ook een experimentele meetmethoden ingezet (sensoren en bio-indicatoren). Samen geven de verschillende meetmethodes en resultaten een uitgebreid beeld van de stikstofsituatie in en rond het Liefstinghsbroek.

De metingen worden uitgevoerd door verschillende onderzoekspartijen:

  • Het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu);
  • De UvA (Universiteit van Amsterdam);
  • De WUR (Wageningen University & Research)/ WLR;
  • TNO (Nederlandse Organisatie voor Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek);
  • OnePlanet Research Center.

Waar meten we?

Van meetbuisjes tot meetsensoren: ze zijn geplaatst op verschillende plekken in het Liefstinghsbroek. Zo zijn er metingen in en rond het loofbos (het oudste bos van Groningen), langs een autoweg en bij agrarische bedrijven.

Planning

De pilot loopt van januari 2023 tot en met oktober 2024. Het is een leerperiode waarin we ervaring opdoen over hoe je stikstof moet meten en hoe de resultaten bijdragen aan het bedenken van effectieve maatregelen. De uitkomsten worden verwerkt in een gebiedsgerichte aanpak. Deze opzet van meten kan later uitgezet worden in andere gebieden in Nederland.

Resultaten

De onderzoekspartijen leveren regelmatig een rapportage op. In de rapportage staat meer inzicht over resultaten, hoe we meten en hoe we met de data omgaan. Bekijk hieronder de eerste rapportages:

Maatwerk met Meetwerk Liefstinghsbroek 1e rapportage ( -bestand, 3 MB)

Maatwerk met Meetwerk Liefstinghsbroek 2e rapportage ( -bestand, 3 MB)

Op de website www.hetliefstinghsbroek.nl vindt u meer informatie. Hier kunt u zich ook abonneren op onze nieuwsbrief. Zo blijft u op de hoogte van de laatste ontwikkelingen.

Actuele ontwikkelingen